Samen met zoveel mogelijk buurtbewoners uit Eikske en de Mijnbuurt en verschillende creatieve talenten hebben we gedachten geuit, kunst, gedichten en foto’s gemaakt over verbinding en vriendschap.

Neem onderstaand een kijkje naar creativiteit uit de wijk en lees de boeiende interviews met bewoners. 

 

Interview met Esther Hendriks (geboren in 1971)

Geboren op ’t Eikske. Gaan studeren en in 1997 weer teruggekeerd. Woont nu aan Wendelstraat. wandelt veel met de hond en ontmoet zo veel mensen uit de buurt. Is al heel lang lid van de buurtvereniging. Die is voornamelijk gericht op ouderen. Evenementen zoals een reisje naar Moezel en vissen spreken haar daarom niet aan. Een tijdje geleden stelde ze zelf een evenement voor: een garage sale. Dat was een succes. Ze woont in het doodlopende stukje van de Wendelstraat. Daarom heeft vooral contact met directe buren. Niet intensief. Haar vrienden en vriendschappen zitten vooral in haar verdere kring, zoals collega’s. Werkt de hele dag en dus vooral ’s avonds thuis. Er is best veel verloop in de buurt. Een aantal nieuwe buren kent ze nog niet. Echte vriendschappen heeft ze er dus niet, maar praatjes maken met buren doet ze regelmatig. Ze voelt zich een van de jongeren in de buurt. Een buurt-bbq zou een leuk idee zijn maar dan wel ook met vega(n) opties en niet alleen met vlees en bier. De burendag is een goed initiatief. Vroeger toen ze nog thuiswonende kleine kinderen had ging ze daar vaak heen omdat de burendag plaatsvindt in de speeltuin. Nu niet meer, omdat de locatie niet echt meer past bij haar leefstijl. De speeltuin is wel een mooi voorbeeld van wat de buurtvereniging heeft opgeleverd: ze is twintig jaar geleden samen met elkaar opgezet. Dat spreekt haar aan: een buurt met elkaar voor elkaar. Ondanks dat haar vriendschappen verder weg liggen, heeft ze behoefte aan een hechtere buurt. Van jongeren heeft ze weinig tot geen overlast. Wel in 1997 toen ze er net kwam wonen tegenover de school die nu dicht is. Daar zaten dan oudere jongeren in het portiek. Die komen tegenwoordig samen bij het terrein van Pinkpop. Daar zijn ook schotten en overkappingen gezet die gebruikt worden om bij elkaar te komen. Jongeren zijn niet lastig. Soms staan ze bij de Jumbo maar een vriendelijk woord is genoeg (wanneer ze voor de fiets staan). Er is ook een AZC bij het Pinkpopterrein, daar was heel veel weerstand tegen maar nu het er is, is de buurt er oké mee. Er is wel een stickercampagne in de buurt (en ook in Heerlen) van rechtse mensen: ‘onze eigen jongeren gaan voor’). Dat baart haar wel zorgen. Hoe haar ideale Eikske er in 2025 uit ziet? ‘Meer evenementen samen en positieve vibes. Ik zie alle verschillende groepen in de buurt zeker bij elkaar komen.’

 

 

Interview met Bianca (32)

Woont al een tijd aan de Hoofdstraat op een plek waar bedrijfjes bij elkaar zitten en een een huis waar een aantal mensen woont die onder bewindvoering staan. Bianca heeft een lastige tijd achter de rug en zit nu lekker in haar vel. Ze heeft veel contact met allerlei verschillende mensen in de buurt. Ze is erg sociaal en maakt gemakkelijk contact. Tijdens een moeilijke episode in haar leven merkte ze ook dat de buurt er voor elkaar is. Ze werd goed opgevangen en geholpen. Ze mist wel meer verbondenheid. Er is heel veel wisseling van bewoners in de Hoofdstraat. Heeft ook met de aard van de straat te maken. Ze zou graag meer dingen organiseren. De plantenbieb vindt ze een stap in de goede richting. Vroeger was frituur Mario een plak waar iedereen bij elkaar kwam. Jongeren hingen er rond, maar ook oudere mensen kwamen er regelmatig. Het was een ontmoetingsplek met Mario als stralend middelpunt. Nu de frituur is overgenomen door andere eigenaren is dat weggevallen. Er hangen nu oudere jongeren rond die niet voor iedereen even veilig voelen. Bianca heeft daar verder geen last van, maar ze begrijpt dat gevoel wel bij anderen. De Wendelstraat deelt de wijk een beetje in tweeën, dat is dan ook een aandachtspunt.

 

Interview met Sabrina (30)

Woont in de Blauwsteenweg met man en twee kinderen (9 en 12). Ze heeft het gevoel midden in haar straat te wonen. Letterlijk en figuurlijk. Elke dag spreekt ze wel met buren en komt ze bij ze over te vloer. Ze kent iedereen in de straat en helpt altijd mee wanneer er iets georganiseerd wordt en neemt ook zelf initiatief. Haar contact met de buren is warm en zo voelt ze dat ook terugkomen. Het is een hechte gemeenschap. Er is ook een jaarlijks straatfeest waar iedereen bij is. De meeste mensen wonen er al een lange tijd en daardoor leer je elkaar kennen. De laatste tijd is er wat meer verloop. Dat vindt ze jammer want veel nieuwe mensen zijn op zichzelf. Werken vaak elders en zijn alleen ’s avonds daar om thuis te verblijven. Dat is jammer en zorgt voor een minder grote saamhorigheid. Sabrina zou graag meer willen organiseren. Ze geeft nu ook dansles aan kinderen in buurtcentrum ’t Eikske. Er wordt te weinig gedaan voor jongeren, vindt ze. Die hangen nu op straat rond.

 

Interview met Chayenna (21)

Geboren in Heerlen maar opgegroeid in Landgraaf. Woont in Pijler. Komt zelf weinig in de wijk. Ze studeert in Maastricht en heeft daar haar sociale leven. Veel vrienden wonen in Heerlen en ze heeft veel contacten online. Ze is niet gefocust op haar eigen wijk, maar globaal georiënteerd. Er wonen veel ouderen in haar straat, daar heeft ze weinig contact mee. Ook haar ouders en zus hebben weinig contact met de rest van de buurt. Familie woont elders in Landgraaf, daar is wel contact mee, maar verder voelt ze zich een beetje buitengesloten. Voor een deel komt dat zeker door haar achtergrond (Thais) en haar huidskleur. Soms voelt ze zich in de buurt bekeken door mensen. Haar familie is geen lid van de buurtapp die door veel mensen wordt gebruikt om contact met elkaar te houden. Voordat ze ging studeren in Maastricht fietste ze vaak door de wijk met vrienden of ging ze naar de speeltuin. Dat waren de plekken voor jongeren. Ook zat ze vroeger op dansles, maar wat er tegenwoordig allemaal wordt georganiseerd in de buurt weet ze niet. Ja, er is een straatfeest en er was een tijd geleden een garage-sale die erg leuk was. Verder gebeurt er weinig. Dat komt ook door het verschillen tussen jonge en oude mensen. Die hebben weinig met elkaar gemeen. Zelf heeft ze geen last van hangjongeren, maar ze hoort wel van anderen dat die een probleem zijn. Er zitten goede tussen, denkt ze, en een paar probleemgevallen. Vanuit de gemeente wordt er niets mee gedaan. De handhaving heeft wel prullenbakken weggehaald in de buurt omdat die gevandaliseerd werden, maar dat is dan alleen nadelig voor de buurt omdat vuil nu op straat wordt gegooid. Zelf blijft ze niet in de wijk: na haar studie lonkt het buitenland.

 

Interview met Pippa (16)

Geboren in Heerlen, opgegroeid in Kerkrade en in Landgraaf. Woont nu bijna tien jaar in de Blauwsteenstraat. Voelt weinig met de beurt. Eerder zat ze op de lagere school in Kerkrade en later op het Grotius in Heerlen. Sinds twee jaar zit ze op het Eijkhagen College in Landgraaf. Ze heeft vriendinnen die overal vandaan komen, met de mensen die ze ontmoette op Grotius heeft ze nog veel contact. Ze voelt geen connectie met de buurt. Wel voelt ze zich Limburger. Vanuit de rest van Nederland wordt er neergekeken op Limburg, ze wordt door hen soms Belg genoemd. Dat versterkt juist haar Limburgse identiteit. Ze draagt ze dan ook uit. Na haar studie VWO wil ze iets creatiefs gaan doen. Het liefst in een grote stad als Berlijn, maar haar moeder ziet dat niet zitten dus wordt het misschien de kunstacademie in Maastricht. Daarna kan ze altijd nog de wereld in trekken. Via internet heeft ze contact met mensen over de hele wereld. Dat heeft haar gevormd. Het Eikske, Landgraaf? Dat is haar te klein, een dorp. Ze wil leven in een grote stad. Ze voelt zich globalist. Een bewoner van de wereld. Op school merkt ze dat VWO-jongens racistischer zijn dan jongens van de Havo en Mavo. Ze haat racisme: we zijn allemaal mensen en vluchtelingen zijn wat haar betreft welkom. Ze heeft geen connectie met de buurt. Vroeger speelde er wel, toen was ze jong. Voor oudere jongeren is er niets te doen. Frituur Mario herinnert ze zich wel. Mario was altijd vriendelijk en de frituur was een plek waar jong en oud bijeen kwam. Nu is dat niet meer zo. In de staat wonen voornamelijk oude mensen. Soms gaat ze nu naar het voetbalveld toe als alternatief voor uitgaan. Dat mag ze nog niet, pas met 18. Van de hangjongeren heeft ze zelf geen last en ze begrijpt ze ergens ook wel: er is niets te doen in de buurt. Er zijn ook geen straatcoaches zoals in Heerlen, die weten daar echt een verschil te maken. Hier wordt alles maar gelaten zoals het is. Wat zij zou veranderen aan de wijk? Meer sociale plekken voor jongeren. Het liefste ziet ze een discotheek voor jongeren onder de 18 die eruitziet en functioneert als een échte discotheek, dus geen slap aftreksel in het buurthuis of zo, met

goede muziek en aankleding. Een keer per week of desnoods een keer per maand. Misschien in een bestaande kroeg of een leegstaand pand?

 

Interview met Frans (60)

Woont al 35 jaar op het Eikske. Opgegroeid in Gracht en Spekholzerheide, beide in Kerkrade. Vanaf zijn 21e woont hij in Schaesberg. De buurt is hecht en iedereen houdt een oogje in het zeil. Hij is net twee weken op vakantie geweest en het huis wordt dan in de gaten gehouden door de buren. Met een Poolse vader en Duitse moeder waren zijn mogelijkheden beperkt. Een vriend vertrok naar Australië, maar hij kon niet meer doordat hij geen nationaliteitsbewijs had. Na de LTS zat er door zijn afkomst geen MTS in dus belandde hij in de bouw. Daar werkte bij met veel plezier, al bleef zijn hobby tekenen. In zijn straat is veel verloop. Veel oorspronkelijke, oudere bewoners zijn weg. De nieuwe die ervoor in de plaats komen zijn meer op zichzelf en werken vaak elders waardoor ze alleen ’s avond laat en in het weekend thuis zijn. De nieuwe mensen hebben niets met de wijk. Ook wonen er veel alleenstaande moeders in de straat. De Wendelstraat verdeelt de wijk in arm en rijk. Aan ‘de andere kant’ staan veel koophuizen. Daar wonen de rijken die niets met deze kant van de wijk te maken willen hebben. Jonge mensen hebben sowieso minder met de wijk. Vroeger, in zijn jeugd, speelde hij veel buiten en al zijn vriendjes woonden in de buurt. Nu is dat anders. Het leven voor jongeren zit vol stress en is gewelddadiger. Er is nu in de buurt ook minder te doen voor jongeren. Samen met anderen heeft hij ervoor gezorgd dat er voetbalgoals gekomen zijn in de buurt. Dat kostte veel moeite en tijd om de gemeente te overtuigen. Over de gemeente heeft hij niet veel goeds te melden. Die communiceert niet en bepaalt zelf wat ze doet zonder met de bewoners te overleggen. Dat doet de gemeente bewust. Hij mist de connectie in de buurt, zoals die vroeger was. Dat is jammer maar zo gaat dat nu eenmaal. Belangrijker voor de buurt is dat er meer mogelijkheden komen voor jongeren. De gemeente gaat ook daar niet goed mee om. In plaats van iets te doen voor hangjongeren worden de prullenbakken weggehaald die dan weer worden gemist in de wijk. Ander voorbeeld: de speeltuin die draait op vrijwilligers en dus niet altijd open is. De gemeente doet ook daar niets aan.

 

Interview met Belinda (50)

Woont bijna tien jaar op het Eikske, daarvoor in Kerkrade. Voelde zich meteen opgenomen in de straat, iedereen kent iedereen en er is veel sociaal contact onderling. Dat uit zich ook in sociale controle. Ze is de moeder van Pippa en begrijpt waarom haar dochter minder gevoel heeft bij de buurt. Ze herkent dat ergens ook wel: om te werken heeft ze alleen haar laptop nodig met internetverbinding en dat kan tegenwoordig overal. De wereld is veel kleiner geworden. De wijk is in die tien jaar wel veranderd. Er wonen nu veel alleenstaanden terwijl er vroeger vooral gezinnen woonden. Enkele straatgenoten zitten in de bijstand. Die zijn altijd thuis. Dat geldt niet voor haar. Ze werkt vier dagen in de week en heeft wel veel oppervlakkig sociaal contact wanneer ze bijvoorbeeld de hond uitlaat. Dan maakt ze altijd wel een praatje met een van de buren, eigenlijk met iedereen. Er is wel minder contact dan een tijd geleden. Vindt ze zelf niet zo erg. Er is voldoende contact. Van de hangjongeren heeft ze niet veel last. Ze ziet ze ook weinig. Toch kwam het eenmaal tot een confrontatie toen ze een verkeersconflict had. Hangjongeren bemoeiden zich ermee door hard te geen schreeuwen. Ze kent ook iemand die in het ziekenhuis belandde omdat de groep hangjongeren een baksteen tegen zijn hoofd gooiden. Voor haar is het duidelijk dat er iets aan de hangjongeren moet worden gedaan, maar dan wel op een gedegen manier. Bijvoorbeeld via de ouders van de jongeren. Nog belangrijker is dat er mogelijkheden voor jongeren komen in de wijk. En dat geldt eigenlijk niet alleen voor jongeren: er is geen openbaar leven in de buurt. Er zijn geen parken, bankjes, leuke plekken om samen te komen, prullenbakken. Alles is weggehaald om zogenaamd risico te vermijden. De gemeente doet dat op eigen houtje. Er is geen communicatie met de buurt. Terug naar de jongeren: die verdienen meer mogelijkheden om zich te kunnen uiten en samen te komen. Wat ze vooral zou willen? Een gemeente die naar de bewoners luistert en proactief met hen in gesprek gaat om een beeld te krijgen wat er écht speelt.

 

Kunstwerk: Brian Heiligers ©

Video met straatinterviews #jongeren

YouTube player